De optie Uitschakelen schakelt de ontvanger uit en werkt als een aan‐uitknop, waardoor tijdelijk alle communicatie tussen uw zender en ontvanger tijdens de sensorsessie wordt uitgeschakeld. U krijgt geen glucosemetingen van de sensor en de levensduur van uw sensor wordt er niet langer door. Als
u de optie Uitschakelen gebruikt, kunt u uw ontvanger opnieuw inschakelen door de knop in het midden (de knop Selecteren) ingedrukt te houden. Geef de ontvanger na het opnieuw inschakelen minstens 10 minuten de tijd om een meting weer te geven.
De optie Sensor stoppen beëindigt een sensorsessie en laat een rood stoplichtsymbool zien in de rechterbovenhoek van de trendgrafiek. U krijgt geen glucosemetingen van de sensor en u moet uw sensor verwijderen als u de sessie wilt stopzetten.